
Werktuigendrager of compacttrekker?
Een compact- of smalspoortrekker is voor veel werkzaamheden inzetbaar. In de groenvoorziening en met name de (mechanische) onkruidbestrijding zie je toch ook veell werktuigendragers. Wat maakt dat deze machines toch vaak de voorkeur hebben boven een compact- of smalspoortrekker?
Wendbaarheid
Werktuigendragers zijn een stuk wendbaarder dan smalspoortrekkers. Dit komt door het stuursysteem dat wordt gebruikt. Dit kan knikbesturing zijn, maar ook vierwielbesturing of achterwielbesturing. Gebruik je een werktuig voorop, dan is in de praktijk één van de genoemde besturingen handiger dan voorwielbesturing. Het werktuig is actief naar bijvoorbeeld een trottoir toe te sturen, terwijl het werktuig bij voorwielbesturing vooral de ‘buitenbocht’ neemt. Er zijn echter ook compacttrekkers die voorzien zijn van knikbesturing, maar het aanbod is klein.
Daarnaast zijn knik- en vierwielgestuurde werktuigendragers spoorvolgend. Iets wat van pas komt bij het indraaien van smalle steegjes.
Zicht
Een ander groot verschil tussen smalspoortrekkers en werktuigendragers is de plaats van de cabine. Bij de traditionele smalspoortrekkers zit de cabine- of het platform boven de achterwielen. Perfect voor het zicht op een werktuig dat zich achter de machine bevindt. Maar bij onkruidbestrijding op verhardingen worden de machines vooral voorop ingezet. Werktuigendragers hebben de cabine juist voorop, veelal op of zelfs voor de vooras zodat het zicht op het werktuig optimaal is. Je zit dan namelijk bovenop het werk.
Extra ruimte
Doordat de cabine bij werktuigendragers voorop zit is er niets dat het zicht beperkt. De vrije ruimte achter de cabine kan daarom bijna volledig gebruikt worden om het werktuig nog functioneler te maken. Er is plek voor bijvoorbeeld een watertank, opvangbak of extra accu’s voor bijvoorbeeld een langere actieradius. Bij trekkers is de ruimte voor de cabine niet voor dat soort doeleinden te gebruiken omdat dit het zicht te veel zou belemmeren.