Verschillende manieren van onkruid bestrijden
De meeste mensen en gemeenten zien het liefst een onkruidvrije verharding – dat ziet er netjes uit. Maar er zijn meer redenen waarom onkruid op verhardingen niet gewenst is: het vermindert het zicht op afscheidingen, het zorgt voor ophopingen van zand en zwerfvuil en het belemmert de afvoer van regenwater. Daarnaast kan onkruid de verharding beschadigen.
Chemische bestrijding
Er is de afgelopen decennia veel veranderd bij de bestrijding van onkruid op verhardingen. Tot het einde van de 20e eeuw was chemische onkruidbestrijding – met als werkzame stof glyfosaat – de norm. Deze methode was relatief goedkoop en bovendien was het heel effectief tegen het onkruid.
Maar sinds begin jaren negentig is de kritiek op het gebruik van het middel toegenomen. Zo zorgde het voor problemen met de waterkwaliteit in (drink)waterwinningsgebieden. Een groot deel van de residuen (naar schatting 25 tot 50 procent) die werden teruggevonden in het oppervlaktewater, bleek afkomstig van verhardingen. Dit terwijl maar 1 tot 2 procent van de glyfosaat werd ingezet op verhardingen. De weerstand tegen het gebruik van glyfosaat groeide en in 2016 volgende een algeheel verbod op het gebruik van het middel op verhardingen.
Alternatieven
Nu spuiten taboe is, zijn groenaannemers en gemeenten aangewezen op alternatieve onkruidbestrijdingsmethoden. Deze zijn in drie methoden onder te verdelen: thermische, elektrische en mechanische onkruidbestrijding. Bij thermische onkruidbestrijding wordt het onkruidplantje verhit en kook je als het ware de celwanden kapot. Dit gebeurt al bij 60 graden Celsius. Voorbeelden van thermische methodes zijn hetelucht, (gas-)branden, heetwater of infrarood. Het afgestorven onkruidplantje blijft na de behandeling achter en wordt met een volgende veegronde verwijderd.
Bij elektrische onkruidbestrijding wordt min of meer hetzelfde bereikt: door de plant met hoog voltage een elektrische schok toe te dienen, worden de celwanden van het onkruidplantje kapotgemaakt en sterft het onkruid af. Ook hier is een extra veegronde nodig om het dode plantmateriaal te verwijderen.
Bij mechanische onkruidbestrijding wordt het plantje niet gedood maar (bijna) geheel verwijderd, samen met (een deel van) de voedingsbodem, waardoor nieuw onkruid minder kans heeft. Meestal gebeurt dit met een roterende onkruidborstel die het onkruid en voedingsbodem uit de voegen van de verharding veegt.